Theo Bos levert helft salaris in voor deelname Spelen
Theo Bos heeft er veel voor over om deze zomer als baanrenner deel te kunnen nemen aan de Olympische Spelen in Rio. Aan het tv-programma Holland Sport vertelde hij bij WorldTour-ploeg Dimension Data meer dan de helft van zijn salaris te hebben ingeleverd om een eventuele deelname mogelijk te kunnen maken.
De weg naar Rio gaat niet over rozen. “Ik heb altijd het idee gehad om terug naar de baan te gaan. Het afgelopen seizoen is een rotseizoen geweest. Ik ben veel gevallen, mijn schouder was helemaal in puin. Daar moest ik twee keer aan geopereerd worden. Het was een seizoen van vallen en opstaan. Toen reed ik voor de fun het NK Teamsprint in november. Dat ging eigenlijk zo goed dat ik wilde proberen om te kijken hoe ver ik zou komen met de sprintnummers” kijkt hij terug.
Bos is er de afgelopen jaren achter gekomen dat sprinten op de weg iets heel anders is dan op de baan. “Op de baan heb je bepaalde regels. Daarnaast heb je maar twee bochten linksom. Op de weg heb je met meer dingen te maken, plantenbakken, bochten links en rechts stoeprandjes en tweehonderd andere gasten die heel goed kunnen fietsen. Het is een soort wasmachine waar je in terecht komt. Het heeft wel een paar jaar geduurd voordat ik dat een beetje doorhad”, geeft hij aan. “Bij mij moest echt alles kloppen om de besten te verslaan. Iemand als Cavendish kon zelfs wanneer hij slecht in vorm was een Touretappe winnen. Dat is een beetje het verschil.”
Een deelname aan de Spelen is nog allerminst zeker. Momenteel is er voor de teamsprint een voorselectie van vijf renners. “Hij loopt het risico om het niet te halen”, legt bondscoach René Wolff uit. “Wanneer we over de teamsprint spreken, is hij van die vijf jongens nummer vijf. Zelfs wanneer je op de vierde plek komt, ben je nog steeds maar reserve.”
Bos ziet Rio als zijn laatste kans op Olympisch succes. “Ik ben nu 32. In 2020 heb je Tokyo, maar dan ben ik 36-37. Dit is misschien wel de laatste kans om nog iets te bereiken op de Spelen.”
Zijn manier van sprinten op souplesse is ook nog eens een stuk mooier dan de Chris Hoy-school van kleerkasten.